Kenmerken :
Vruchtlichaam : klein geelbruin tonnetje, vol met platte bleke schijfjes, tot 8mm hog en wat minder breed. Jonge exemplaren zijn afgedekt
door een relatief dik , bleek viltig dekseltje met bovenop goudgele vezelschubjes, de buitenzijde is oranjebruin vezelig. Bij rijping vergaat
het dekseltje, en ziet men de onregelmatig gevormde bleek brijsgele schijfjes van 1-1,5 mm diameter. Binnenkant van het tonnetje eert bleek gelig,
later bruin, kaal. Door regen worden de schijfjes uit het tonnetjes gespetterd.
Voorkomen :
Nazomer tot herst , op allerlei klein houtig strooisel, in grote groepen, op takkenhopen, plantsoenen enz.
|
